Local rules

Plaatselijke regels Golfbaan Echt-Susteren

versie: 10 januari 2019

Plaatselijke regels/Local Rules:

• Buiten de baan: de grens van buiten de baan wordt aangegeven door witte palen.
• Grond in bewerking (incl. Footgolf): het kortgemaaide gedeelte rond de holes en de holes zelf, aangebracht voor Footgolf en gebieden aangegeven door blauwe palen zijn een verboden speelzone die moet worden behandeld als abnormale baanomstandigheid (GUR). Bij een belemmering door deze verboden speelzone is het verplicht deze te ontwijken zonder straf volgens Regel 16-1f.
• Houten damwand: de houten damwand rechts van de green van hole 9/18 maakt integraal deel uit van de baan.
• Afstandspalen. De afstandspalen die de afstand aangeven tot midden green, en alle rode, gele en blauwe palen zijn vaste obstakels, waarvan ontwijken zonder strafslag is toegestaan volgens Reg. 16-1. Ontwijken volgens Regel 15-2 is niet toegestaan.

Straf voor overtreding van bovenstaande local rules:
Matchplay: verlies van de hole
Strokeplay: twee slagen

Tijdelijke aandachtspunten bij WINTERGREENS:

• Wintergreens zijn gemaaid in de foregreens;
• Greenkeepers bepalen wanneer wintergreens gelden, dit wordt aangegeven met de vlag, op de website en op het informatiebord;
• Wintergreen geldt op dit moment dus als green;
• Niet chippen van wintergreen;
• Bij geen wintergreen en qualifying is de wintergreen GUR (Ground Under Repair), dus vrije drop;
• Bij gebruik wintergreens is de gewone green GUR, dus mag niet worden bespeeld, dus vrije drop;
• Niet met trollies en buggies over de wintergreen rijden.

Graag aandacht voor:

• Repareren van pichmarks;
• Plaggen terugleggen (ook op de Tee’s);
• Geen oefenswings maken op de Tee, tip: bij de oefenswing de grip lager dan normaal vastnemen;
• Vermijd langzaam spel.

Gedurende de winterperiode, van 1 november tot en met 31 maart, geldt de plaatselijke regel E3:

Als de bal van een speler in het algemene gebied gemaaid op fairway hoogte of korter ligt, mag de speler, zonder strafslag, een bal oppakken, schoonmaken en plaatsen op een plek naar keuze binnen de lengte van een scorekaart (15 cm), niet dichter bij de hole.

Bij het handelen volgens deze regel moet de speler een plek kiezen om zijn bal te plaatsen en de procedures volgen voor het terugplaatsen van een bal volgens de regels 14.2b(2) en 14.2e.

Op gebruik van drivingrange-ballen buiten de range volgt een sanctie.